Afgelopen februari en maart reisden mijn vriend en ik per trein van Utrecht naar Ürümqi in West-China. Het meest bijzondere gedeelte was de treinreis van drie dagen van Moskou naar Bishkek.
Eerder in Met de trein naar China via de Zijderoute:
De aanleiding en het plan
Het uitstippelen van de route
Tickets boeken
Visa aanvragen
Verdere voorbereiding
Milieuimpact en compensatie
Van Utrecht naar Berlijn
Van Berlijn naar Moskou
Trein 5: Moskou – Bishkek, 3729 km, 72:30 uur
Na twee dagen in Moskou stapten we opnieuw in de trein, dit keer op Moskou Kazansky. Het was al best laat in de avond, het was koud en donker en ik was moe. Toen stond hij daar. Een lang gevaarte, een oud bakbeest, een heuse Sovjettrein! Hadden we zojuist een tijdreis gemaakt?
Ook van binnen zag de trein er erg retro uit met zijn rode leren bankjes, houten wanden en bloemetjeslakens, maar al snel bleek dat hij net zo comfortabel was als zijn moderne tegenhanger die we van Berlijn naar Moskou toe hadden. We hadden voor dit traject een hele coupé voor ons zelf geboekt, maar dat was waarschijnlijk helemaal niet nodig geweest. De wagon zat namelijk nog niet voor de helft vol. Ik voelde een soort gezonde spanning van opwinding en zenuwen tegelijk, want dit was het. Hier moesten we het de komende drie nachten en dagen mee doen.
Het was veel te heet om te slapen en we wisten niet of die ene mysterieuze knop in de coupé daar nou wel of niet iets aan kon veranderen. Uiteindelijk schudde de trein ons wel voorzichtig in slaap. Om half acht werden we gewekt door Russen in uniform die onze paspoorten en spullen wilde controleren. In de trein liep een dame die een soort oliebollen gevuld met aardappel verkocht. Heftig ontbijtje, maar wel lekker. Gelukkig hadden we ook fruit en crackers ingeslagen. Iets later kwam er weer iemand in uniform die wat van ons wilde, maar hij liep snel door toen bleek dat we geen Russisch verstonden. Ook goed.
Buiten lag inmiddels een dik pak sneeuw. Er stonden veel bomen en er was af en toe een dorpje, dal of meer. Inclusief stops kachelde de trein met gemiddeld slechts 50 kilometer per uur vooruit, dus alles was goed te bekijken. De trein stopte elke paar uur een keer. Soms drie minuten, soms vijftig, maar ik durfde nooit verder dan een paar meter bij de trein vandaan. Op de stations leek meestal ook nauwelijks iets te zien of te koop, maar het was wel fijn om even frisse lucht te snuiven.
We lazen veel en ik schreef dankzij de hobbelende trein bijna onleesbaar in mijn dagboek. De heetwaterkraan bleek hier een antieke ketel die daadwerkelijk op kolen gestookt werd, maar we konden daar mooi onze maaltjes en thee mee maken. Nog voor het bereiken van de grens met Kazachstan stapten er nog wat meer mensen in de trein en waren we al in de volgende tijdzone beland. Omdat we nog een beetje op Europese tijd leefden, gingen we pas laat slapen.
Om half vier Kazachstaanse tijd – alweer een tijdzone verder – werd ik van mijn bed gelicht door de Russische douane. Ik moest mijn schoenen aan en meekomen. Geen idee waar naartoe en mijn vriend bleef achter. Zonder lenzen en in mijn pyjamaatje belandde ik bij twee douanebeambten die een soort verhoorkamer hadden gemaakt van een coupé in een wagon verderop. Uiteindelijk hoefden ze niet meer van me dan uitgebreid mijn paspoort inkijken, maar het was niet bepaald gezellig. Of zelfs best intimiderend eigenlijk.
Een uur later kwamen de Kazachstaanse beambten gewoon bij ons aan de deur en maakten ze meteen grapjes. “Do you speak English?”, “Yes”, “Ah, I don’t”. Dat was allemaal wel wat gemoedelijker. Later werd onze bagage nog gecheckt en om onbegrijpelijke redenen kwam er om half zeven nog eens iemand ons paspoort bekijken. Deze meneer had een soort antieke laptop-unit mee. We zaten nog steeds in een film hoor.
Gelukkig konden we daarna nog een paar uurtjes slapen, voordat we voor het eerst echt een blik wierpen op Kazachstan. Er lag nog steeds overal sneeuw en volgens een stationsmeter was het 1°C buiten. De bomen werden steeds schaarser. De lucht was net zo wit als de sneeuw, waardoor je soms geen horizon zag. Blijkbaar hadden we in Rusland niet alleen de helft van de trein, maar ook de bovenleiding achter ons gelaten. Zoals gevreesd zaten we dus ineens in een dieseltrein.
In onze wagon waren de hele reis twee dames aanwezig, de provodnika’s. Zij gaven ons onze lakentjes en hielden de boel een beetje in de gaten. Verder waren ze niet echt gezellig of behulpzaam. Gelukkig hadden we een printje met daarop alle stations en aankomsttijden. Zo konden we zien dat we continu stipt op tijd reden, waar we (nachtelijke) grenscontroles konden verwachten en hoe lang de trein ergens stopte voordat hij onaangekondigd weer vertrok.
Als we bij de stops naar buiten gingen, viel het op dat we echt de enige toeristen aan boord waren. Ik maakte een praatje met man die een beetje Engels kon en ook naar Bishkek ging, maar verder hadden we weinig contact. Alleen de dame met de aardappeloliebollen die nog aan boord bleek te zijn kwam even kletsen voor zover dat dat lukte en er zaten twee nieuwsgierige jongetjes bij ons in de wagon. Die lieten we schrikken als ze om het hoekje kwamen gluren en vooral de kleinste vertelde ons hele verhalen waarbij we dan maar gewoon in het Nederlands antwoordden. Hij wees dat hij wel zo’n cracker van ons lustte, dus we hebben ons nog laten gebruiken ook.
Overdag lazen, schreven, tekenden, kletsten, staarden en aten we nog meer. Ondanks dat – of dankzij – we fysiek en mentaal vrijwel niets uitvoerden, bleek ik best in staat om middagdutjes te doen die ik anders nooit doe. Ik werd ultiem ontspannen van de reis, helemaal zen!
‘s Avonds passeerden we alweer een tijdzone, de derde en laatste van deze etappe, terwijl we nauwelijks op tweederde van de afstand waren. Het beruchte Aralmeer kon ik net niet zien. De sneeuw werd langzaamaan steeds dunner op het kale, vlakke landschap. De dorpen en stadjes bestonden alleen uit laagbouw, vaak met felblauwe en -groene daken. Waar leven de mensen hier toch van?
De laatste nacht mochten we eindelijk ongestoord doorslapen en werd het aangenaam fris in de coupé. De bruine steppe was onder de sneeuw tevoorschijn gekomen en de dorpjes zagen er wat meer vervallen uit dan wat we gisteren zagen. We zagen groepjes koeien, koeien, schapen en zelfs drie kamelen.
Verderop werd het land ineens groener en de lucht blauwer. De trein hing alweer aan stroomkabels en het was aanzienlijk warmer buiten. Pas in de stad Chimkent in het zuiden van Kazachstan zagen we weer hoogbouw en wat meer levendigheid. Op het station droegen veel vrouwen een hoofddoek en ik dacht voor het eerst Kazachstaans in plaats van Russisch te horen.
Na vertrek uit de stad doemden daar ineens besneeuwde bergen op. Bergen! Na bijna vijf dagen in de trein had ik eindelijk die dikke stapel krantenbijlagen uit, dus kon ik uitgebreid uit het raam staren. Zo mooi!
Nadat het donker werd ging de tijd ineens heel langzaam. Omdat we die nacht de trein zouden verlaten, hadden we alvast onze tassen weer ingepakt, maar we moesten nog zes uur. Net zo lang als van Utrecht naar Berlijn. Ter vermaak hadden we nog een grensovergang met paspoort- en bagagecontrole. De Kazachstanen wilden een departure card van ons die we nooit gekregen hadden, maar ze zagen ook wel dat we op doorreis waren en het land verder nog niet in waren geweest. Dankzij de lichte trainlag konden we de laatste twee uur nog wel wakker blijven. Van Kirgizië hadden we in het pikkedonker nog vrijwel niets kunnen zien toen we stipt om 2:10 in de ochtend arriveerden.
Wat een reis, wat een reis, wat een reis! Het langste stuk zat erop en het zou nog even duren, voordat dat tot me door zou dringen. Eerst gingen we maar eens kijken wat er in en rond Bishkek te beleven is.
Wauwie, echt heel gaaf!
Prachtig, dit is pas reizen! Vooral dat zen gevoel wat je vertelde spreek me zo aan, en je ziet ten minste mooie dingen, niet alleen wolken 🙂 En die cabine ziet er zo gezellig uit ook. Gaaf hoor.
Haha ja die cabine was echt ons holletje tijdens ons zen-retreat 😉
Wat een heerlijke blog, en mooie reis 😊 Het lijkt mij echt super, staat hoog op mijn verlanglijstje, maar het lijkt me ook wel een beetje spannend als ik het zo lees met controle.
Het is vast een reis waar je nog vaak aan terug denkt?!
Het ziet er supergezellig uit daar in jullie ‘huisje’ op de trein! 🙂